Belangrijk: Eerdere wijziging van decreet waardoor er slechts sprake zou zijn van verkavelen indien een grond vrijwillig wordt verdeeld in 2 of meer onbebouwde kavels werd vernietigd.
Deze vernietiging zorgt voor meer rechtszekerheid. De techniek van het stedenbouwkundig attest is in de praktijk immers geen volwaardig alternatief en de verkavelingsvergunning kan wél rechtszekerheid bieden. Dit is belangrijk voor elke kavel, ook indien er slechts één zou worden afgesplitst. Het afsplitsen om nadien een bouwvergunning aan te vragen duurt langer en kost meer en dit in vergelijking met het aanvragen van een verkaveling.
Krachtens artikel 4.2.15. van de VCRO is het verkavelen van gronden onderworpen aan een omgevingsvergunningsplicht. Het begrip verkavelen wordt gedefinieerd in artikel 4.1.1., 14° van de VCRO. Dit laatste artikel werd gewijzigd bij artikel 52, 4° van het decreet van 8 december 2017 (codextrein) waardoor er slechts sprake zou zijn van verkavelen indien een grond vrijwillig wordt verdeeld in 2 of meer onbebouwde kavels om ten minste één van die kavels te verkopen of te verhuren voor meer dan 9 jaar, om een recht van erfpacht of opstal op te vestigen, of om één van die overheidsvormen aan te bieden, zelfs onder opschortende voorwaarden, zulks met het oog op woningbouw of oprichting van constructies.
Door deze bepaling uit de codextrein was de verdeling van een grond waarbij slechts één onbebouwde kavel ontstaat niet langer onderworpen aan de definitie van verkavelen doch deze bepaling werd met het voornoemde arrest vernietigd. De vernietiging is gebaseerd op het feit dat de aangepaste definitie van verkavelen ruimte liet voor misbruik door opeenvolgende afsplitsingen, gelet op de achteruitgang van het beschermingsniveau van het leefmilieu en de goede ruimtelijke ordening en doordat ook veelal de mogelijkheid tot openbaar onderzoek vervalt.
Door deze beslissing vallen we terug op de oude definitie gezien het verzoek van VVLE in deze gegrond werd bevonden. Ook werd de ontvankelijkheid bevestigd zodat de VVLE wel degelijk in haar werking wordt bevestigd door het Grondwettelijk Hof.
Dit is uiteraard een gunstig resultaat voor alle landmeters-experten en we wensen dan ook Meester Joris Geens voor de samenwerking in deze uitdrukkelijk te bedanken.
Als bijlage vindt u het arrest uitgesproken door het Grondwettelijk Hof van 23 mei 2019.
Vanaf wanneer treedt dit in werking? We kregen heel wat vragen van leden en kregen dit antwoord dan ook terug van Meester Joris Geens:
"Het GwH heeft het verzoek tot vernietiging gegrond bevonden zodat de bestreden wetgevende norm vernietigd is.
Vernietigingsarresten hebben een absoluut gezag van gewijsde vanaf hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Uiteraard is het arrest nu gekend en lijkt het zorgvuldig dat er door iedereen, ook de overheid, mee rekening gehouden wordt.
Een vernietiging werkt retroactief, dat wil zeggen dat de vernietigde norm moet worden geacht nooit te hebben bestaan. Indien nodig kan het Grondwettelijk Hof de terugwerkende kracht van de vernietiging verzachten door de gevolgen van de vernietigde norm te handhaven doch dit is in onderhavig geval niet gebeurd.
Naast het gebruik van de gewone rechtsmiddelen waar dat nog mogelijk is, laat de bijzondere wet toe dat definitieve rechterlijke beslissingen of administratieve akten en reglementen die zijn gesteund op een naderhand vernietigde wetskrachtige norm worden ingetrokken of nog worden bestreden, voor zover dit wordt gevraagd binnen zes maanden na de bekendmaking van het arrest van het Hof in het Belgisch Staatsblad. (cfr. De procedures n.a.v. de sociale lasten). "